Nu ouderen langer thuis wonen, neemt het aantal complexere situaties toe. “We hebben de verschillende professionals in de wijk nodig. We zouden met elkaar om tafel moeten voor MDO”. De ogen van Margreet (kaderhuisarts) glanzen. Dan zucht ze. “Ik zou niet weten hoe ik dat voor elkaar krijg. De praktijkondersteuner heeft daar echt geen tijd voor.”
Ondersteunende structuur
In afstemming met de kaderhuisarts maak ik een MDO-structuur en leg ik contact met de andere vakmensen van zorg, welzijn en sociale domein. Een tijdje later houden de professionals het eerste MDO. In een uur tijd bespreken ze 3 casussen. Inderdaad: 20 minuten per casus. Als het gaat om twee zorgvragers in één situatie, plannen we 30 minuten. In de planning staat duidelijk welke professional op welk tijd wordt verwacht, want niet iedereen is voor elke casus nodig. Zo besparen we kostbare tijd. De verwachting is dat ieder zijn/haar voorbereiding doet (dossier nalezen en bespreekpunten weten) en alle betrokkenen maken die verwachting meer dan waar. Zo kan de focus helemaal naar uitwisseling en actie.
Cruciaal is hóe je de bespreking vorm geeft. Een methode die het combineren van de verschillende denkstijlen (medisch georiënteerd of functioneel georiënteerd) ondersteunt, is nodig om integraal te werken. Hier hebben we gekozen voor het SFMPC-model. Ook is het van belang dat ieders inbreng in het overleg wordt gehoord en gezien. Dat vergt oefening en daarom ben ik tijdens het overleg op de achtergrond aanwezig. Na afloop deel ik mijn tips.
Over het resultaat zijn de professionals positief: constructieve uitwisseling en goede sfeer. Duidelijke afspraken over acties, communicatie met de patiënt en terugkoppeling aan elkaar. Binnen de afgesproken tijd klaar, waardoor het wisselen van professionals soepel verloopt.